top of page
 
De Werkgroep Bryologie en Lichenologie (WBL) is de werkgroep voor mossen- en korstmossenonderzoek in Vlaanderen. Regelmatig organiseren wij excursies waarbij het determineren en inventariseren van deze groepen centraal staat. Op deze activiteiten zijn zowel beginners als kenners van harte welkom. Verder verricht WBL onderzoek naar deze miniatuurnatuur en delen we onze kennis met éénieder die erin geïnteresseerd is.
 

Doel van onze excursie was eigenlijk het militair domein van Tielen, maar door een misverstand met de boswachter konden we daar niet terecht. Maar op Kris Rombouts kan je steeds rekenen en hij had gezorgd voor een mooi alternatief: de Tielenheide, eigenlijk het meest zuidelijke deel van het militair domein, maar overgedragen aan ANB en dus wel toegankelijk.

De opkomst was nogal bescheiden, 5 deelnemers, ondanks het schitterende nazomerweer. Eerst werd het beboste deel bekeken, waar wat epifyten konden opgetekend worden op de eiken zoals Kwastjesmos (Platygyrium repens).

De droge heide is voor het grootste deel geplagd en bekalkt. Naast het onvermijdelijke Grijs kronkelsteeltje (Campylopus introflexus) was er maar weinig mos te vinden, maar plaatselijk merkten we nogal wat Draadmos (Cephaloziella spec.) op, bij nader toekijken zelfs twee soorten: de ene steriel, de andere wat fijner en volop met perianthen (vrouwelijke voortplantingsorganen). Microscopische determinatie bevestigde ons vermoeden: de eerste was Gewoon draadmos (C. divaricata), de tweede Rood draadmos (C. rubella).

Op vochtige paadjes en langs de vennen stond veel Goudkorrelmos, zonder uitzondering Grof goudkorrelmos (Fossombronia foveolata). In de vennetjes zelf vonden we enkel Waterveenmos (Sphagnum cuspidatum), slechts op één plak ook nog Geoord veenmos (S. auriculatum).

We hadden gehoopt op meer, maar al bij al was het een schitterende dag en een mooie wandeling.


Op de Populierenlaan waren de bomen rijk met epifyten begroeid. Maar deze laan lag buiten het uurhok en diende dus tot onze spijt, niet geïnventariseerd te worden. De vlak bij gelegen Eikenlaan kwam wel aan de orde en daar begon de streeptocht van de drie deelnemers. We bekeken niet alleen de jonge eiken maar ook de grond en een houten schutting rond een woonhuis. Dit leverde een aantal bijzondere soorten op waaronder Parmelina tiliacea (Lindeschildmos). Opvallend was ook het groot aantale lichenicole fungi. Zo inventariseerden we een rij haagbeuken in de Larikslaan, met als meest bijzonder lichenicole fungi: Laetisaria lichenicola (foto). Geen goed afgetekende rode pakjes zoals bij Marchandiomyces corallinus,maar meer zoals watten waarin hyfen duidelijk te zien waren.Een café vinden waar we onze boterhammen mochten opeten bleek zelfs op de markt in Herentals geen problemen op te leveren. Na de middag verlieten we de bebouwde kom en stopten eerst aan Karspoor waar we een rij eiken bekeken gevolgd door een rij jonge esdoorns en enkele betonpalen in Plassendonk. Een loofbos In Schravenhage leverde enkele extra soorten op. Ook een rij wat jongere eiken in de Kruisstraat konden ons wel een uurtje boeien evenals een rij populieren in dezelfde straat. Op alle bomen was een rijke, voornamelijk nitrofiele, epifytenvegetatie aanwezig.

De laatste excursie van de VWBL in 2015 vond plaats op de laatste dag van oktober op een mooie, voor de tijd van het jaar, zonnige dag. In Hoogstraten blijkt het proper opkuisen van kerken en kerkhoven ook tot de gemeentelijke tradities te horen. En bovendien zijn er op de dag voor 1 november op de grafzerken duidelijk veel meer bloemen aanwezig dan korstmossen. Maar niet getreurd. Op de bovenkant van een bakstenen muurtje kon ook een aardig aantal soorten genoteerd worden. De lindes in de Lindenlaan bleken dan weer eerder arm. Uiteindelijk belanden we in het landelijke Hoogstraten in de Hemelrijkstraat waar we tot onze grote verbazing Flavopunctelia flaventior (Oosters schildmos) konden aantreffen.

In samenwerking met

© 2023 by "VWBL". Proudly created with Wix.com

bottom of page