top of page

Lichenen van het Groot Schietveld te Brasschaat



Wat verleden jaar al had moeten doorgaan maar wegens onvooorziene omstandigheden afgelast werd stond dit jaar op 15 oktober opnieuw op het programma: een zoektocht naar lichenen en lichenicole fungi in het Groot Schietveld (Foto Karl Hellemans). Niet dat hier nog niet deze organismen gekeken was. De afgelopen jaren werd door Ludo nagenoeg het ganse gebied intensief bezocht met als resultaat 125 soorten. Zouden we hier op één enkele dag een aantal taxa aan kunnen toevoegen? Dat was de uitdaging. Daarnaast wensten we de pareltjes die Ludo al voor ons had gevonden ook eens met onze eigen ogen te aanschouwen. Met elf speurders vertrokken we op 15/10/2016 onder een druilende motregen naar onze eerste zoekplaats. In een stukje heide konden we op de grond en enkele al dan niet omgevallen bomen de hand leggen op 25 soorten. Een soort Cladonia (bekermos) zou nieuw kunnen zijn en werd daarom meegenomen voor verder onderzoek. Het bleek spijtig genoeg gewoon C. furcata (gevorkt heidestaartje) te zijn. Er werd druk gediscuteerd over de morfologische verschillen tussen Cladonia rei (vals kronkelheidestaartje) en C. subulata (kronkelheidestaartje. Maar om absoluut zeker te zijn (C. subulata is UV negatief en C. rei UV + wit) werd ook hiervan een stukje verzameld. Na belichting onder UV bleek het exemplaar, net als alle andere meegenomen exemplaren, negatief te reageren. Op een boomvoet konden we de eerste exemplaren van Cladonia incrasata (turflucifer) bestuderen. Deze had geen podetia maar was toch gemakkelijk te herkennen aan de kleine overvloedig soredieuze blaadjes. Omdat een aantal deelnemers maar tot de middag tijd hadden om ons te vergezellen werd besloten eerst naar de grootste bijzonderheden te gaan kijken. Dat was een hele tocht langs verschillende afsluitbomen. Bedankt Paul en Ludo voor het telkens openen en terug sluiten. Intussen had de regen ons verlaten waar we zeker niet rouwig om waren. Op onze volgende locatie, een gemengd bos, konden we bijna onmiddelijk de hand leggen op Clypeococcum hypocenomycis, een lichenicole fungus op Hypocenomyce scalaris (gewoon schubjesmos), en onze eerste nieuw soort voor het Groot Schietveld. Daarnaast konden we Cladonia digitata (vertakt bekermos) met bekers bewonderen alsook een eigenaardige staafvormige Cladonia met rozige apothecia die we niet direct konden thuisbrengen. Meenemia dus. Het bleek fertiele Cladonaia subulata, een zeldzaam verschijnsel. Ook Cladonia incrassata was hier van de partij maar dan overvloedig fertiel. Enkele slagbomen verder konden we een fertiele en gezonde populatie van Cladonia cariosa (knobbelig heidestaartje) bewonderen. Deze soort is verre van een alledaags verschijnsel. Op de website met verspreidingsgegevens van de lichenen in België wordt dit taxon vermeldt als extreem zeldzaam in het Kempens district. Op een oude tank vonden we nog een grote bijzonderheid onder de vorm van Stereocaulon pileatum (staafkorrelloof). Deze is ook nieuw voor het Groot Schietveld en nog maar de tweede vondst in de provincie Antwerpen. Na het nuttigen van de meegebrachte boterhammen in een plaatselijk café togen we weer aan het werk. Op een tweede heideveldje konden we met Cladonia humilis (frietzakbekermos) en C. zopfii (ezelspootje) ons lijstje Cladonia’s nog wat verder aanvullen terwijl twee andere grondbewoners Cetraria aculeata (kraakloof) en Cladonia crispata (open heidestaartje) op onze volgende locatie, een voormalige stuifzandheuvel, konden genoteerd worden. Dan was het tijd om nog wat gesteente onder de loupe te nemen. Op de bakstenen van een oud gebouwtje, gekend onder de naam Tribune T1, werd ons lijstje weer wat langer, met zelfs een nieuwe soort voor het gebied: Diplotomma alboatrum (gewone cementkorst). Op de middenweg, onze derde heideveldje van die dag, speurden we ijverig naar Cladonia phyllophora (randstapelbekertje) en C. verticilata (stuifzandstapelbekertje) die daar door Ludo bij een vorig onderzoek gespot waren. Van het eerste taxon was geen spoor te bekennen. Gezien het vrij hoog opgeschoten gras is dit niet zo verwonderlijk. Een beker met 6 etages en wat grondblaadjes werden verzameld om met zekerheid uit te maken of het hier het tweede taxon betrof en dit bleek na onderzoek ook zo te zijn. Om af te sluiten bestudeerden we nog twee kapot geschoten bunkers waarop we totaal onverwacht het grootst aantal soorten nieuw aantroffen voor het Groot Schietveld: Billimbia sabuletorum (mosvreter), Candelariella medians (gelobde geelkorst), Diploschistes muscorum (duindaalder), een lichenicole fungus op Cladonia, en Leptogium turgidum (muurzwelmos). Dit hoeft ons niet te verwonderen aangezien Ludo deze bunkers ook zelf nog niet eerder bekeken had. Veel nieuwe soorten (7) hebben we aan de reeds lange lijst van het Groot Schietveld niet kunnen toevoegen. Maar na het intensieve speurwerk van Ludo hoeft dit ons niet te verwonderen. De meeste soorten konden echter ook terug gevonden worden wat ook een belangrijk gegeven is. Hebben we nu alle soorten gespot? Zeker niet. Als we de lijst bekijken zijn er zeker nog heel wat algemene soorten die ontbreken, zowel op steen als op schors (bv. Anisomeridium polypori (schoorsteentje), Arthonia spadicea (amoebekorst), Lecania cyrtella (boomglimschoteltje), L. naegelii (rookglimschoteltje), Porina aenea (schorsolievlekje), Pseudoschismatomma rufescens (verzonken schriftmos), Rinodina oleae (donkerbruine schotelkorst), ...). Bovendien staat de natuur nooit stil en kunnen er zich de komende jaren altijd extra soorten vestigen. Met dank aan Ludo en Paul om ons in het Groot Schietveld rond te gidsen en voor de interessante uitleg over het gebied.

bottom of page