top of page

VWBL excursie op 30 mei 2015 in de IFBL-uurhokken C6.31, C6.21 en C5.18

Op een, voor de tijd van het jaar zeer koude, zaterdagochtend vertrokken vijf deelnemers om 9 u aan de kerk van Millegem (deelgemeente van Mol). Met drie af te werken uurhokken op één dag hadden we een zwaar programma voor de boeg. Op een rij oude eiken in de Spechtstraat vonden we Normandina pulchella (Hamsteroortje) die zich in Vlaanderen sinds enkele jaren snel uitbreidt. In Geel bekeken we de kapel en een aantal zeer oude beuken in Kievermondeveld.Na het nuttigen van de boterhammen begaven we ons naar Sas VI te Mol alwaar we voor de eerste keer Rinodina pytirea (Blauwe mosterkorst) op een betonpaaltje aantroffen. Mogelijks wordt deze, toch wel zeer zelden aangetroffen, soort op dit substraat over het hoofd gezien. De volgende twee punten een rij bomen en betonpalen in de Koningshoefsedijk te Geel en de bomen aan de kapel van het Kempisch Domein leverden geen bijzonderheden op. Het beste moest nog komen en wel op een aantal eiken en essen langsheen een beek aan de Brijloopsedijk te Geel en op het bakstenen plaveisel van het kerkhof in Kasterlee. Op het eerste punt vonden we zowel Physcia clementei (Isidieus vingermos) als P. tribacioides (Witkopvingermos). Omdat we soms in het veld nog twijfelen aan het verschil tussen Hypotrachyna afrorevoluta (Grofgebogen schildmos) en H. revoluta (Gebogen schildmos) werden beide verzameld. Het duidelijkste verschil betreft de soralen. Bij H. afrorevoluta zijn deze grof en puistig, bij H. revoluta ontbreken deze puisten. Bijkomend heeft H. afrorevoluta zwarte vlekken waar de schors vergaan is en alle rhizinen zijn zwart tot op de rand. Bij H. revoluta zijn de marginale rhizinen bruin.

Het kerkhof leek op het eerste zicht geen hoogvlieger te worden. Alle graven waren proper en zonder één enkel korstmos. Maar op het gras stond een door Pronectria robergei (geen Nederlandse naam) zwaar geparasiteerde Peltigera didactyla (Soredieus leermos) en op het bakstenen plaveisel een bijzonder allegaartje steenbewonende soorten waaronder Acarospora rufescens (Bleek steenschubje), Buellia ocellata (Dijkstrontjesmos, thallus C+ oranje!), Caloplaca subpallida (Bleek dijkzonnetje), Catillaria chalybeia (Donkere rookkorst), Lecanora intricata (Mozaïekschotelkorst), Lecidea fuscoatra (Gewone granietkorst), zelfs één piepkleine Rhizocarpon geographicum (Gewoon landkaartmos) en veel Trapelia placodioides (Wit sterschoteltje) . Om half zes sloten we de zeer vruchtbare dag af.

bottom of page