top of page

Didactische excursie naar Honegem 25/03/2017, IFBL D3.47.34/43.



Onder een stralende voorjaarszon bezochten we het beschermde weidenlandschap tussen Zolegem en Honegem, ten NW van de Dorebeek). We, dat waren 10 leden van de werkgroep (4 voor de mossen, 6 voor de korstmossen) en 5 leden van de lokale natuurpunt-afdeling op wiens verzoek de excursie georganiseerd werd als een inleiding tot de studie van mossen en korstmossen.


Beide werkgroep-afdelingen zochten al gauw hun eigen weg en het hierna volgende verslag richt zich alleen op de korstmos-excursie. Dries deelde zijn beknopte sleutels uit om de korstmossen op bomen en steen te determineren en het was ook grotendeels hij die zich verder over de begeleiding van de leergierige Natuurpunt-leden ontfermde. Het excursiegebied bestond in essentie uit een soort dreef of landweg die aan grasland en populierenbos grensde. Zoals het vaak gaat op korstmos-excursies heeft in het begin van de excursie elke boom, elk paaltje van een afsluiting wel iets nieuw te bieden. Mede door het intensieve gebruik van de sleutels beperkte het voormiddagtraject zich daardoor tot een honderdtal meter. De mossenmensen waren toen al lang uit het zicht verdwenen. In dit eerste gedeelte waren het vooral stikstofminnende soorten die gevonden werden en dit bijna exclusief op populieren (omdat er ook weinig of geen andere boomsoorten stonden). Heel frequent, en meestal dominant op de populieren waren Groot dooiermos (Xanthoria parietina) en Kapjesvingermos (Physcia adscendens) naast minder dominante soorten als Grauw rijpmos (Physconia grisea), Gewoon purperschaaltje (Lecidella elaechroma), Rond schaduwmos (Phaeophyscia orbicularis), Dun schaduwmos (Hyperphyscia adglutinata) e.a.


Op de betonnen paaltjes van de weide-afsluitingen was groot dooiermos eveneens heel frequent, naast soorten als oranje dooiermos (Xanthoria calcicola), Kastanjebruine schotelkorst (Lecanora campestris), Kalkschotelkorst (Lecanora albescens), Verborgen schotelkorst (Lecanora dispersa), Steenpurperschaaltje (Lecidella stigmatea), Bleke stippelkorst (Verrucaria ochrostoma), Gewone citoenkorst (Caloplaca citrina), Stoffige citroenkorst (Caloplaca decipiens),Valse citroenkorst (Caloplaca flavocitrina) en Kleine geelkorst (Candelariella aurella). De oogst van de dag op beton is verder nog te vervolledigen met Kerkcitroenkorst (Caloplaca ruderum), Steenglimpschoteltje (Lecania rabenhorstii), Muurschotelkorst (Lecanora muralis), Stoeprandvingermos (Physcia caesia), Donkerbruine schotelkorst (Rinodina oleae) ...


Na de middagpauze, aangesterkt door de soepbedeling aangeboden door Natuurpunt, vervolgden we onze weg langs de populieren van de landweg en, ons verwijderend van de hoeve verantwoordelijk voor de eutrofiëring, begonnen vrij snel de dooiermossen zeldzamer te worden en de vertrouwde bladvormige en struikvormige soorten van minder ge-eutrofieerde omstandigheden te verschijnen, met soorten als Eikenmos (Evernia prunastri), Trompettakmos (Ramalina fastigiata), Groot schildmos (Parmotrema perlatum), Schilferig schildmos (Hypotrachyna afrorevoluta), Bosschildmos (Flavoparmelia caperata) en Verstop-schildmos (Melanelixia subaurifera). Op de eerder weinig talrijke eiken vonden we Gewoon schildmos (Parmelia sulcata), Glanzend schildmos (Melanelixia glabratula), Melig takmos (Ramalina farinacea) en Witstippelschildmos (Punctelia borreri). Beide andere Stippelschildmossen, Gestippeld schildmos (Punctelia subrudecta) en Rijpschildmos (Punctellia ulophylla) troffen we nog aan op populier.


In het algemeen betrof het dus vrij algemene tot zeer algemene soorten. Een volledige lijst met de namen van de waargenomen soorten kan men vinden in bijlage. Zeker vermeldenswaardig is nog dat niet minder dan vijf verschillende Schriftmossen (Opegrapha)-soorten konden op naam gebracht worden: Klein schriftmos (Opegrapha niveoatra), Geel schriftmos (Opegrapha ochrocheila), Verzonken schriftmos (O. rufescens), Kort schriftmos (O. varia) en voorts een soort die nog niet eerder in België waargenomen werd en waarover een aparte mededeling zal verschijnen. Ook de aanwezigheid van Fors rijpmos (Physconia distorta) op wilg, een soort die eerder in het zuiden van het land aan te treffen is, is ongewoon.


Bijgaand ook enkele momentopnamen over de excursie en enkele foto's van waargenomen soorten.


bottom of page