top of page
 
De Werkgroep Bryologie en Lichenologie (WBL) is de werkgroep voor mossen- en korstmossenonderzoek in Vlaanderen. Regelmatig organiseren wij excursies waarbij het determineren en inventariseren van deze groepen centraal staat. Op deze activiteiten zijn zowel beginners als kenners van harte welkom. Verder verricht WBL onderzoek naar deze miniatuurnatuur en delen we onze kennis met éénieder die erin geïnteresseerd is.
 

Dirk De Beer behandelt in een artikel in Dumortiera de voorbije en huidige populatiestatus van de Habitatrichtlijnsoort Hamatocaulis vernicosus in Vlaanderen.

Op 18 november 2017 vertrokken negen deelnemers aan de kerk van Viersel naar het IFBL-uurhok C5.33 om dit te inventariseren. Deze inventarisatie gebeurde in het kader van het Atlasproject lichenen en lichenicole fungi van de provincie Antwerpen. Op de eerste locatie (Vaarheuvel, Zandhoven), een wegberm begroeid met voornamelijk zoete kers en gelegen naast de autostrade, konden 22, eerder alledaagse, soorten genoteerd worden. Daarmee vergeleken was een grasveldje in Nederviersel (Zandhoven), beplant met vrijstaande essen en esdoorns wel wat interessanter met een groot oppervlakte aan limoen-schriftmos (Opegrapha viridipruinosa) en enkele exemplaren van rookglimschoteltje (Lecania naegelii). Op de derde locatie (Waterschap, Zandhoven) bekeken we eerst enkele betonpalen alvorens we opmerkten dat een oude haag van haagbeuk heel wat soorten herbergde. Meest opvallend daar was het voorkomen van een groot aantal goed ontwikkelde exemplaren van lichtvlekje (Phlyctis argena) en


meest bijzonder enkele exemplaren van porceleinkorst (Halecania viridescens) die verzameld werd om de P-reactie (rood) na te gaan. Een rij essen langsheen de druk bereden Dennenlaan (Zandhoven) herbergden een groot aantal exemplaren van dun schaduwmos (Hyperphyscia adglutinata) en ook een plekkje met gewone kraterkorst (Caloplaca obscurella) wat voor de meeste deelnemers wel wat zoekwerk vroeg om de kenmerkende eigenschappen van dit onopvallend licheen waar te nemen. De Kapelletjesweg in Grobbendonk bezorgde ons de toplocatie van de dag aangezien we daar een heideveldje met wel tien soorten bekermos (Cladonia) aantroffen. We troffen er ook één exemplaar van avocadomos (Parmeliopsis ambigua) op den. Dit is nog maar de zevende locatie in de provincie Antwerpen. Pas omstreeks 13u30 en dus rijkelijk laat zochten we een plaats op voor het middagmaal. ‘s Namiddags duurde het wel even voor we weer een geschikte locatie hadden gevonden: enkele betonpalen en oude populieren in de Bouwelheide (Grobbendonk). Vandaaruit zagen we in de verte een aantal veelbelovende zeer dikke en vrijstaande eiken maar het was wel even zoeken voor we een weg (Derde sas) vonden die ons toeliet ze van dichtbij te bekijken. Het was zeker de moeite waard want we vonden hier nog vier extra soorten: groen boomschildmos (Flavoparmelia soredians), houtschotelkorst (Lecanora saligna), gewoon muggenstrontjesmos (Strangospora pinicola) en witstippelschildmos (Punctelia borreri). Omstreeks 16u30 sloten we onze laatste excursie van 2017 af met 77 soorten op de streeplijst. Met dank aan alle enthousiaste deelnemende medezoekers naar deze kleurrijke kleinoden.



Op 14 oktober 2017 verzamelden zes deelnemers zich aan de kerk van Het Punt te Geel om het IFBL uurhok C5.48 te inventariseren.


Deze excursie gebeurt in het kader van het atlasproject lichenen en lichenicole fungi van de provincie Antwerpen. Op de lindes aan de kerk noteerden we reeds 24 soorten met als belangrijkste twee verpieterde exemplaren van gewoon schorsmos (Hypogymnia physodes). We zouden deze soort de rest van de dag niet meer waarnemen. Ook de meeste andere blad-en struikvormige soorten waren niet in al te beste staat (droogte en/of luchtvervuiling?). De tweede locatie, goed geëxponeerde moeraseiken langsheen het Albertkanaal, was iets minder soortenrijk (20) en telde meer korstvormige taxa met als meest bijzondere het lichtvlekje (Phlyctis argena) en het muggenstrontjesmos (Strangospora pinicola). In de Bruggenhoofdweg konden we, dank zij enkele betonnen paaltjes, onze soortenlijst gevoelig uitbreiden. In een loofbosje, in dezelfde straat gelegen, vonden we met amoebekorst (Arthonia radiata), schoorsteentje (Anisomeridium polypori) en valse knoopjeskorst (Coenogonium pineti) enkele, aan dit schaduwrijke biotoop gebonden, nieuwigheden. Tijdens het nuttigen van onze boterhammen op het terras van de Bruegelhut bekeken we een aantal bijzondere lichenen van het Groot Schietveld die Ludo daar verzameld had. Na de maaltijd bezochten we nog vijf locaties. Een populierenaanplant die we bereikten na wat klimwerk over prikkeldraad leverde als meest bijzondere soort één exemplaar van gewoon schriftmos (Graphis scripta) op. Een betonnen brug over een zijarm van de Grote Nete in de Wildersedijk verrasste ons met een aantal extra steenbewoners waaronder berijpte kroontjeskorst (Sarcogyne regularis), donkere rookkorst (Catillaria chalybeia) en rond dambordje (Aspicilia contorta) terwijl het aanpalende loofbos een aantal nog niet waargenomen lichenicole fungi opleverde zoals verdwaald meniezwammetje (Paranectra oropensis) en Marchandiobasidium aurantiacum. De moeraseiken langs de westelijke ring waren met slechts negen zeer algemene soorten veruit de armste locatie van de dag. Gezien het voorbijrazende drukke verkeer is dit niet echt verwonderlijk. Uitlaatgassen van auto’s worden door de meeste lichenen niet erg gewaardeerd. Een rechtopstaande houten treinbiel langs een weiland in de Meeuwstraat deed ons lijstje aandikken met klein en kroezig dooiermos (Xanthoria polycarpa en X. ucrainica). We beëindigden onze excursie met het bekijken van enkele bomen langs de weg in de Wolfsbossen maar dit leverde geen nieuwigheden op. De meest algemene soort, want gevonden op elk van de negen bezochte locaties, was groot dooiermos (Xanthoria parietina), gevolgd door kapjesvingermos (Physcia adscendens) op acht locaties en dun schaduwmos (Hyperphyscia adglutinata) op zeven. Deze drie soorten hebben een voorkeur voor voedselrijke omstandigheden en verkiezen een eerder neutrale ondergrond (pH 5.7- 6.5). In normale omstandigheden groeien deze soorten dus niet op de schors van eiken die van nature zuurder is en voedselarm. In uurhok C5.48 is dus zeker ontzuring en eutrofiëring van de bomen aanwezig. In dit uurhok liggen dan ook veel landbouwbedrijven, fabrieken en drukke wegen.


bottom of page